iPad dagschets 8-6-15
…ik zie ik zie wat jij niet ziet…..
Als ik denk aan mei,…
denk ik aan jou,
als ik denk aan hagel,
denk ik aan jou,
ik verberg mij voor het gloren,
en denk aan jou,
ik hoor de eerste merel,
en denk aan jou,
als ik denk aan koelte,
als ik denk aan jonger,
als ik denk aan durven,
denk ik aan jou,
als ik denk aan meineed,
als ik denk aan vreemden,
als ik denk aan mijzelf,
als ik niet denk aan jou,
denk ik aan jou.
Clem Schouwenaars
uit: Liefdeshalve
Als ik denk aan mei,…
denk ik aan jou,
als ik denk aan hagel,
denk ik aan jou,
ik verberg mij voor het gloren,
en denk aan jou,
ik hoor de eerste merel,
en denk aan jou,
als ik denk aan koelte,
als ik denk aan jonger,
als ik denk aan durven,
denk ik aan jou,
als ik denk aan meineed,
als ik denk aan vreemden,
als ik denk aan mijzelf,
als ik niet denk aan jou,
denk ik aan jou.
Clem Schouwenaars
uit: Liefdeshalve
Als ik denk aan mei,…
denk ik aan jou,
als ik denk aan hagel,
denk ik aan jou,
ik verberg mij voor het gloren,
en denk aan jou,
ik hoor de eerste merel,
en denk aan jou,
als ik denk aan koelte,
als ik denk aan jonger,
als ik denk aan durven,
denk ik aan jou,
als ik denk aan meineed,
als ik denk aan vreemden,
als ik denk aan mijzelf,
als ik niet denk aan jou,
denk ik aan jou.
Clem Schouwenaars
uit: Liefdeshalve
Beukenlaan
De gedachte dat deze bomen weten
wie ik ben, uit al die mensen deze toevallige
man, vrouw, deze ene
ze komen zo langzaam uit het gazon
gaan zo langzaam langs het pad
verdwijnen zo langzaam
de gedachte dat deze bomen
om mij geven, dat ze op mij wachten,
dat ze weten dat ik kom
———————————
uit: ‘Tot het ons loslaat’, 1997.
Rutger Kopland
Beukenlaan
De gedachte dat deze bomen weten
wie ik ben, uit al die mensen deze toevallige
man, vrouw, deze ene
ze komen zo langzaam uit het gazon
gaan zo langzaam langs het pad
verdwijnen zo langzaam
de gedachte dat deze bomen
om mij geven, dat ze op mij wachten,
dat ze weten dat ik kom
———————————
uit: ‘Tot het ons loslaat’, 1997.
Rutger Kopland
Beukenlaan
De gedachte dat deze bomen weten
wie ik ben, uit al die mensen deze toevallige
man, vrouw, deze ene
ze komen zo langzaam uit het gazon
gaan zo langzaam langs het pad
verdwijnen zo langzaam
de gedachte dat deze bomen
om mij geven, dat ze op mij wachten,
dat ze weten dat ik kom
———————————
uit: ‘Tot het ons loslaat’, 1997.
Rutger Kopland