dagschets 1April 2015

15=30x40

Jij en ik

Later zul je bij me wonen.
Later zijn we met z’n beiden.
Dat bedenk ik soms, wanneer je
giechelt met de an’dre meiden.

’t Is voorlopig nog maar beter
om de zaak geheim te houden,
‘k zal je nog maar niet gaan zeggen
dat ik van je ben gaan houden.

Later ga ik reizen maken
heel alleen, naar verre landen,
en daar ga ik mensen redden,
redden met mijn eigen handen.

Iedereen zal in de kranten
van mijn grote daden lezen.
‘Waarom zou die mensenredder
zo ontzettend moedig wezen?’

Niemand zal de waarheid weten,
jóu alleen zal ik ’t vertellen:
later, als ik zó beroemd ben
dat ik bij je aan durf bellen.

———————————————–
uit: ‘Verzamelde liedjes en gedichten’, 1986.

Willem Wilmink

dagschets 1April 2015

15=30x40

Jij en ik

Later zul je bij me wonen.
Later zijn we met z’n beiden.
Dat bedenk ik soms, wanneer je
giechelt met de an’dre meiden.

’t Is voorlopig nog maar beter
om de zaak geheim te houden,
‘k zal je nog maar niet gaan zeggen
dat ik van je ben gaan houden.

Later ga ik reizen maken
heel alleen, naar verre landen,
en daar ga ik mensen redden,
redden met mijn eigen handen.

Iedereen zal in de kranten
van mijn grote daden lezen.
‘Waarom zou die mensenredder
zo ontzettend moedig wezen?’

Niemand zal de waarheid weten,
jóu alleen zal ik ’t vertellen:
later, als ik zó beroemd ben
dat ik bij je aan durf bellen.

———————————————–
uit: ‘Verzamelde liedjes en gedichten’, 1986.

Willem Wilmink

dagschets 1April 2015

15=30x40

Jij en ik

Later zul je bij me wonen.
Later zijn we met z’n beiden.
Dat bedenk ik soms, wanneer je
giechelt met de an’dre meiden.

’t Is voorlopig nog maar beter
om de zaak geheim te houden,
‘k zal je nog maar niet gaan zeggen
dat ik van je ben gaan houden.

Later ga ik reizen maken
heel alleen, naar verre landen,
en daar ga ik mensen redden,
redden met mijn eigen handen.

Iedereen zal in de kranten
van mijn grote daden lezen.
‘Waarom zou die mensenredder
zo ontzettend moedig wezen?’

Niemand zal de waarheid weten,
jóu alleen zal ik ’t vertellen:
later, als ik zó beroemd ben
dat ik bij je aan durf bellen.

———————————————–
uit: ‘Verzamelde liedjes en gedichten’, 1986.

Willem Wilmink

dagschets 1April 2015

15=30x40

Jij en ik

Later zul je bij me wonen.
Later zijn we met z’n beiden.
Dat bedenk ik soms, wanneer je
giechelt met de an’dre meiden.

’t Is voorlopig nog maar beter
om de zaak geheim te houden,
‘k zal je nog maar niet gaan zeggen
dat ik van je ben gaan houden.

Later ga ik reizen maken
heel alleen, naar verre landen,
en daar ga ik mensen redden,
redden met mijn eigen handen.

Iedereen zal in de kranten
van mijn grote daden lezen.
‘Waarom zou die mensenredder
zo ontzettend moedig wezen?’

Niemand zal de waarheid weten,
jóu alleen zal ik ’t vertellen:
later, als ik zó beroemd ben
dat ik bij je aan durf bellen.

———————————————–
uit: ‘Verzamelde liedjes en gedichten’, 1986.

Willem Wilmink

dagschets 31 maart 2015

 

13=80x80

Ik herinner me

Ik herinner me een gedicht dat ik nooit
schreef, waarin het woord bunker
veel wind door zich heen laat gaan
en rijmen moet op hunker.

Het tocht er van hartstocht.
Alles moet zich vasthouden.
Als het over is blijken wij

elkaar vast te houden.
Wat nu.

Nu, dus.

Herman de Coninck

dagschets 31 maart 2015

 

13=80x80

Ik herinner me

Ik herinner me een gedicht dat ik nooit
schreef, waarin het woord bunker
veel wind door zich heen laat gaan
en rijmen moet op hunker.

Het tocht er van hartstocht.
Alles moet zich vasthouden.
Als het over is blijken wij

elkaar vast te houden.
Wat nu.

Nu, dus.

Herman de Coninck

dagschets 31 maart 2015

 

13=80x80

Ik herinner me

Ik herinner me een gedicht dat ik nooit
schreef, waarin het woord bunker
veel wind door zich heen laat gaan
en rijmen moet op hunker.

Het tocht er van hartstocht.
Alles moet zich vasthouden.
Als het over is blijken wij

elkaar vast te houden.
Wat nu.

Nu, dus.

Herman de Coninck

dagschets 31 maart 2015

 

13=80x80

Ik herinner me

Ik herinner me een gedicht dat ik nooit
schreef, waarin het woord bunker
veel wind door zich heen laat gaan
en rijmen moet op hunker.

Het tocht er van hartstocht.
Alles moet zich vasthouden.
Als het over is blijken wij

elkaar vast te houden.
Wat nu.

Nu, dus.

Herman de Coninck

dagschets 30-3-2015

12=30x40

Nog een geluk dat

Zoals met de gek uit het grapje
die zich voortdurend met een hamer
op het hoofd sloeg, en naar de reden gevraagd, zei:
“Omdat het zo prettig is, als ik ermee ophou” –
zo is het een beetje met mij. Ik ben ermee opgehouden
je te verliezen. Ik ben je kwijt.

Misschien is dat geluk: een geluk bij een ongeluk.
Misschien is geluk: Nog een geluk dat.
Dat ik aan jou kan terugdenken, bv.,
in plaats van aan een ander.

Herman de Coninck