Het menselijk geluk
De huur betaald. De stoep geschuurd.
Een goeie visboer in de buurt.
Een meid die als ze naast je gaat,…
loopt te zingen over straat.
—————————————————
Uit: Dagboek, 1986.
Willem Wilmink
Jij en ik
Later zul je bij me wonen.
Later zijn we met z’n beiden.
Dat bedenk ik soms, wanneer je…
giechelt met de an’dre meiden.
’t Is voorlopig nog maar beter
om de zaak geheim te houden,
‘k zal je nog maar niet gaan zeggen
dat ik van je ben gaan houden.
Later ga ik reizen maken
heel alleen, naar verre landen,
en daar ga ik mensen redden,
redden met mijn eigen handen.
Iedereen zal in de kranten
van mijn grote daden lezen.
‘Waarom zou die mensenredder
zo ontzettend moedig wezen?’
Niemand zal de waarheid weten,
jóu alleen zal ik ’t vertellen:
later, als ik zó beroemd ben
dat ik bij je aan durf bellen.
———————————————–
uit: ‘Verzamelde liedjes en gedichten’, 1986.
Willem Wilmink
Jij en ik
Later zul je bij me wonen.
Later zijn we met z’n beiden.
Dat bedenk ik soms, wanneer je…
giechelt met de an’dre meiden.
’t Is voorlopig nog maar beter
om de zaak geheim te houden,
‘k zal je nog maar niet gaan zeggen
dat ik van je ben gaan houden.
Later ga ik reizen maken
heel alleen, naar verre landen,
en daar ga ik mensen redden,
redden met mijn eigen handen.
Iedereen zal in de kranten
van mijn grote daden lezen.
‘Waarom zou die mensenredder
zo ontzettend moedig wezen?’
Niemand zal de waarheid weten,
jóu alleen zal ik ’t vertellen:
later, als ik zó beroemd ben
dat ik bij je aan durf bellen.
———————————————–
uit: ‘Verzamelde liedjes en gedichten’, 1986.
Willem Wilmink
Jij en ik
Later zul je bij me wonen.
Later zijn we met z’n beiden.
Dat bedenk ik soms, wanneer je…
giechelt met de an’dre meiden.
’t Is voorlopig nog maar beter
om de zaak geheim te houden,
‘k zal je nog maar niet gaan zeggen
dat ik van je ben gaan houden.
Later ga ik reizen maken
heel alleen, naar verre landen,
en daar ga ik mensen redden,
redden met mijn eigen handen.
Iedereen zal in de kranten
van mijn grote daden lezen.
‘Waarom zou die mensenredder
zo ontzettend moedig wezen?’
Niemand zal de waarheid weten,
jóu alleen zal ik ’t vertellen:
later, als ik zó beroemd ben
dat ik bij je aan durf bellen.
———————————————–
uit: ‘Verzamelde liedjes en gedichten’, 1986.
Willem Wilmink
Jij en ik
Later zul je bij me wonen.
Later zijn we met z’n beiden.
Dat bedenk ik soms, wanneer je…
giechelt met de an’dre meiden.
’t Is voorlopig nog maar beter
om de zaak geheim te houden,
‘k zal je nog maar niet gaan zeggen
dat ik van je ben gaan houden.
Later ga ik reizen maken
heel alleen, naar verre landen,
en daar ga ik mensen redden,
redden met mijn eigen handen.
Iedereen zal in de kranten
van mijn grote daden lezen.
‘Waarom zou die mensenredder
zo ontzettend moedig wezen?’
Niemand zal de waarheid weten,
jóu alleen zal ik ’t vertellen:
later, als ik zó beroemd ben
dat ik bij je aan durf bellen.
———————————————–
uit: ‘Verzamelde liedjes en gedichten’, 1986.
Willem Wilmink
Nog een geluk dat
Zoals met de gek uit het grapje
die zich voortdurend met een hamer
op het hoofd sloeg, en naar de reden gevraagd, zei:…
“Omdat het zo prettig is, als ik ermee ophou” –
zo is het een beetje met mij. Ik ben ermee opgehouden
je te verliezen. Ik ben je kwijt.
Misschien is dat geluk: een geluk bij een ongeluk.
Misschien is geluk: Nog een geluk dat.
Dat ik aan jou kan terugdenken, bv.,
in plaats van aan een ander.
Herman de Coninck